Zelf geboren en opgegroeid in een veenkolonie. Het verhaal kennen van de armoede in het veen. Vooral begin 20ste eeuw. In Barger-Compascuum vind je een museum waar die armoede centraal staat. De plaggenhut en het harde werken.
Afgelopen
maand een lezing bijgewoond over de veenkoloniën in Groningen en Drenthe. Van Kenniscafé Emmen. Een
geschiedenisverhaal die teruggaat naar de 17de eeuw en later. Hoe
rijkdom in dit verhaal centraal staat.
Ook het unieke karakter van de veenkoloniën wordt genoemd.
Kanalen en wijken
graven om het veen te ontwateren. Er werd echt over nagedacht. De vele kanalen
en wijken vind je er nu nog terug : -) En
de miljarden turven die er uit het gebied kwamen. Niet zomaar. Voor in de
kachel en nog veel meer. Hout was er niet genoeg of op. De kolen en het gas waren er nog niet.
En dan de mensen die uit het verre buitenland kwamen om te werken in het veen. Er kon goed geld verdiend worden. In met name Duitsland werd veel reclame gemaakt voor werken in het veen. Er woonden toen nog geen mensen in het veengebied. Men loopt honderden kilometers om in het veen te kunnen werken.
De gouden eeuwen als het gaat om turf als brandstof. Hoe de kanalen beetje bij beetje werden gegraven. Nooit in 1 keer. Er werd in het veen gewerkt van maart tot juni. Daarna gingen de arbeiders weer verder. Stenen huizen was de norm en de plaggenhut moest nog uitgevonden worden. Beetje bij beetje trok men zuidwaarts om het veen af te graven. Eeuwenlang werk en eeuwenlang rijkdom.
Veenkoloniaal
zijn en ik kan er nu trots op zijn. Hoe mijn vader als jochie er al mee te
maken had. Zijn ouders waren een tijdje kantinebaas voor een groep wijkgravers.
Zorgen voor eten en drinken, de was doen en nog veel meer. Hij had er goede
herinneringen aan.
Begin 20ste
eeuw veranderde het. Men was aangekomen in Zuidoost Drenthe en de kolen kwam
opzetten als brandstof. Het turf werd minder waard. Armoede troef. Even een
opleving in de eerste wereldoorlog en daarna was het gebeurd. Het veen was ook
bijna op.
Ik weet na
deze avond ook meer over het hoe en waarom van de kanalen. Niet alleen om per
schip het turf af te voeren maar ook om te ontwateren. Ik zie mijn geboortedrop
nu met andere ogen. De lange kanalen en
de vele wijken die je in mijn jeugd nog zag. Veel van die wijken en kanalen werden
gedumpt. De lange wegen langs de kanalen zie je nog steeds. Lintbebouwing. Het oosterdiep en het westerdiep. De
oostelijke doorsnee waar ik mijn jeugd doorbracht. Veengrond werd landbouwgrond en de
mechanisatie van de landbouw deed de rest.
Armoede troef
zoals je in het veenmuseum ziet kwam pas veel later. De rijkdom stond centraal.
Turf was veel geld waard. Hoe een
krantenbericht in het begin van de vorige eeuw de armoede in beeld bracht.. Turf, Jenever en Achterdocht en hoe dit maar
een klein stukje van de geschiedenis is.
Nu trots zijn
op het feit dat ik uit een veenkolonie kom.
op kenniscafe-emmen.nl vind je een uitgebreid verslag van deze avond
Geen opmerkingen:
Een reactie posten